Voorbeeld zien en voorbeeld zijn

Er is een verschil tussen Brussen.  Niet alleen of zij een broer of zus met een verstandelijke beperking, lichamelijke beperking, ziekte of een stoornis hebben bepaald in hoeverre dit invloed heeft op hen, maar ook of de zorg verandert. Is de zorg altijd? Neemt de zorg toe? En hoe ga je er als individu mee om?

Wat echter óók een rol speelt is of je Brus ouder of jonger is t.o.v. het zorgkind. In sociaal en emotionele leeftijd en in kalenderleeftijd.

Lucas is een liefdevolle en zorgzame broer van 6 jaar. Hij heeft altijd een sterk gevoel van verantwoordelijkheid getoond ten opzichte van zijn oudere broer Alex. Alex heeft een medische aandoening die extra zorg en aandacht van hun ouders vereist.

Omdat Lucas zijn broer graag gelukkig ziet, voelt Lucas zich van nature aangetrokken om Alex te helpen en ondersteunen.

Hij helpt hem met kleine taken, zoals zijn speelgoed pakken, zijn favoriete boek voorlezen of hem helpen met zijn jas. Omdat hun ouders vaak bezig zijn met Alex, voelt Lucas de behoefte om zijn steentje bij te dragen en zijn broertje te helpen.

Hoewel Lucas’s zorgzaamheid vertederend is, begint hij soms de last te voelen van zijn rol ‘grote’ broer. Hij voelt zich soms schuldig als hij tijd besteedt aan eigen activiteiten of als hij ergen heen gaat zonder Alex. Hij beseft dat zijn ouders zijn inspanningen waarderen, maar hij wil ook gewoon plezier hebben.

Wanneer een Brus jonger is dan het zorgkind

Dan zie je dat:

  • de kinderen elkaars gezelschap meer opzoeken
  • maar ook meer (kunnen) ruzie maken.

Dat kan mogelijk komen doordat ze meer tijd met elkaar doorbrengen en in ontwikkeling dichtbij elkaar liggen. Ze zien elkaar meer als gelijke. Hierdoor zullen ze meer interactie met elkaar zoeken. Het is voor jonge Brussen echter lastig om situaties goed te kunnen inschatten. Waardoor de kans bestaat dat ze hun broer of zus overvragen wat kan leiden tot conflictsituaties.

Voor jonge Brussen is het fijn te leren waar ze rekening mee moeten houden, wat de ander wel of niet begrijpt of wat er onder bepaald gedrag zit. Jij hebt als ouder hierin een begeleidende vertaal-rol. Zorgkinderen kunnen van jouw Brus ook handelingen vragen die zij niet kunnen of niet bij hun rol als broer/zus passen. Samenspelen kan om die reden het beste gedaan worden met een volwassene in de buurt.

Er komt een moment in de ontwikkeling waarbij je Brus het zorgkind voorbij groeit. Tot die tijd zie je dat de kinderen elkaar meer opzoeken. In de ontwikkeling liggen ze nog dicht bij elkaar en zijn de verschillen nog kleiner. Bovendien weet de jonge Brus niet anders dan dat hun broer/zus zo is. Ze zien hen als voorbeeld en kunnen dit gedrag na gaan doen. Daarom is het voor hen belangrijk om op te kunnen trekken aan leeftijdsgenootjes of neefjes/nichten. Zien wat zij ook kunnen en via die ingang leren.

Het voorbij gaan in ontwikkeling kan verwarrend zijn. Je kind kan zich schuldig gaan voelen. Ook kan hij/zij zich belangrijker gaan voelen. Je kind kan meer zorgtaken op zich gaan nemen, voorbeeldgedrag tonen. (‘Ik doe het wel voor’). Daar is niets mis mee, mits het vanuit hen en met mate gebeurd. Probeer als ouder hier terughoudend te zijn. Vraag je kind niet om het voorbeeld te zijn. Dat is niet zijn/haar rol. Je wilt stimuleren dat je kind zichzelf is en kind blijft.

Wanneer je Brus ouder is dan je zorgkind.

Dan betekend dit dat hij of zij ook een periode in zijn leven gekend heeft waarin je als ouder altijd beschikbaar was. Waarbij uitjes spontaan gingen en je energie goed was. Dat kan best lastig zijn voor je Brus. Het kan maken dat de oudere Brus boos/jaloers reageert. Hij of zij is wel diegene die ervoor zorgt dat het niet meer kan. Heb je dit vermoeden, bespreek dit dan. ‘Ik zie dat je.. klopt het dat je..’ Het verandert de feiten niet, maar emoties krijgen wel een uitlaatklep.

Oudere Brussen zien ook dat ze meer kunnen en zijn daardoor mogelijk geneigd meer verantwoordelijkheid te nemen. Wees hier als ouder alert op. Daarentegen geeft het ook ruimte dat ze beter kunnen meedenken. Ze zullen met liefde tonen hoe een vaardigheid moet. Het feit dat hun broer of zus iets niet (aan)kan is ook confronterend. Daar komt het stukje levend verlies om de hoek kijken. (Zie verderop in deze module). Als ouder richt je je op het stimuleren/optimaliseren van het contact tussen je Brus en zorgkind. Wat verbindt hen? Wat kunnen ze samen? Waarin vullen ze elkaar aan?