Grote kans dat je nog precies het moment weet waarop je de diagnose van je kind kreeg, of twijfels kreeg bij de ontwikkeling/gedrag van je kind. Dat moment, die twijfel, de onzekerheid. Wat is er aan de hand? Wat houdt de diagnose in? Wat wordt er van je verwacht? Wat zal je kindje kunnen? Wat als het erger wordt?

Hoe zal dit invloed hebben op jullie gezin?! En jullie toekomst? Hoe zal hij zich ontwikkelen?

Sneller dan je kan bevatten, zit je in een oneindige rollercoaster van regeldingen, zorgen en wisseling aan emoties. Dat doet wat met je. En juist dat voelen en merken eventuele broertjes en zusjes op. Je moet vaker naar een afspraak. En het Brusje moet wellicht vaker naar een oppas of moet mee. Of het kan het zijn dat er meer vreemden mensen over de vloer komen.

Als ouder ben je minder met je gedachten erbij. Je hebt minder tijd voor je kind(eren) en partner dan die periode ervoor.

Brusjes merken (in het begin nog onbewust) dat er ‘iets’ anders is dan anders.

Ze beseffen nog niet altijd precies waar het over gaat, maar zien en voelen dat dingen anders zijn. Dat moment dat er voor jou veel verandert, heeft al indirect invloed op hun leven. Het is er, en ze kunnen er niet omheen. Het verdriet van ouders waar kinderen getuige van zijn wat en de onzekerheid (bij ouder en kind) van wat er gaat gebeuren. Het verdriet van ouders waar de kinderen getuige van zijn. En de onzekerheid (bij de ouder en kind) van wat er gaat gebeuren.